Ga naar de inhoud

Kasjroet

Kasjroet (Hebreeuws: כשרות betekent ‘geschiktheid’) is het geheel van spijswetten dat in het jodendom bepaalt of voedsel wel of niet door joden gegeten mag worden. Voedsel dat aan deze spijswetten voldoet, beschouwt men als rein en wordt in het Nederlands traditioneel koosjer genoemd. Onrein voedsel wordt treife genoemd. Orthodoxe joden gaan strikt met de spijswetten om. Liberale joden houden zich minder strikt aan alle regels.

Het zich houden aan de Kasjroet-voor­schriften is een belangrijk kenmerk van de Joodse identiteit, dat tijdens de eeuwenlange geschiedenis stand gehouden heeft.

Reine en onreine dieren

Voorschriften voor kasjroet bepalen dat uitsluitend bepaalde soorten dieren mogen worden gegeten. De basis voor kasjroet staat in de Thora, in Leviticus 11 en Deuteronomium 14.

  • Tweehoevige herkauwende zoogdieren zijn toegestaan. Dus wel rund, schaap, wild bergschaap, gazelle, geit en hert maar geen kameel, klipdas, varken, paard of haas.
  • Voor waterdieren geldt dat zij vinnen en (zichtbare) schubben moeten hebben. Dus geen garnaal, paling, meervallen en schelpdieren, kreeft, rog, steur, zeewolf.
  • Diverse vogels zijn onrein,zoals roofvogels, gieren, raven, pelikanen, zeemeeuwen, ooievaars, reigers, trappen, struisvogels, aalscholvers en hoppen evenals vleermuizen die in dit verband tot de vogels worden gerekend. Vogels moeten door een sjocheet geslacht zijn.
  • Dieren die op klauwen lopen zijn onrein, zoals honden en katachtigen.
  • Kadavers (dood aangetroffen dieren) of geschoten dieren van zowel reine als onreine diersoorten zijn onrein.
  • Ook vlees dat van een levend dier is gehaald mag niet gegeten worden.
  • Gevleugelde insecten zijn onrein, uitgezonderd vier soorten sprinkhanen en krekels. Omdat niet meer bekend is welke soorten dat geweest zijn, worden deze niet gegeten. In het algemeen zijn alle dieren die over de aarde krioelen onrein, waaronder muizen, mollen, wezels en hagedissen; en verder alle dieren met meer dan vier poten.

De voorschriften hebben duidelijk betrekking op de fauna van het Heilige Land. Latere joodse gemeenschappen moesten een bepaalde interpretatie aan de regels gaan geven om te kunnen bepalen of dieren uit andere streken als rein of onrein moesten worden beschouwd. Joden in Noord-Amerika zagen de bizon als een rein dier. Of hetzelfde geldt voor de kalkoen, is controversieel. Bij vogels wordt vaak de eis gesteld dat ze een “extra” teen hebben, dus een opponeerbare eerste teen. Haaien worden als onrein beschouwd maar zwaardvissen en steuren soms als rein. Paleontologen hebben zich afgevraagd of dezelfde criteria ook op het verleden konden worden toegepast en wat bij wijze van spreken een joodse tijdreiziger zou mogen eten.

Slacht
Volgens de regels van kasjroet moeten zoogdieren en vogels die gegeten mogen worden volgens religieuze voorschriften geslacht worden door middel van de halssnede, om aan de eisen van kasjroet te voldoen. Deze manier van slachten noemt men sjechita. Hierbij moet het mes (chalaf) vlijmscherp en kaarsrecht zijn om het dier onmiddellijk te kunnen doden, met één snede waarbij zowel luchtpijp als slokdarm doorsneden worden. Het slachten moet onder rabbinaal toezicht gebeuren en door een speciaal opgeleide persoon, de sjocheet. Aas en vlees afkomstig van een nog levend dier zijn dus niet toegestaan.

Na de slacht van een rund wordt onder andere de heupzenuw verwijderd, met aanliggende bloedvaten en vet. Het eten van deze zenuw is verboden, omdat aartsvader Jakob bij het gevecht met de engel aan zijn heup gewond was geraakt (Genesis 32:32-33). Omdat het verwijderen van deze zenuw veel werk is, wordt het vlees van de heup vaak aan een niet-koosjere slager verkocht.

Om deze redenen mag vlees alleen maar bij een koosjere slager gekocht worden. Voor vis gelden geen specifieke regels voor het doden ervan. Vis mag daarom overal gekocht worden.

Voor de consumptie van het vlees moet het bloed, dat nog niet bij de halssnede het lichaam heeft verlaten, verwijderd worden door het vlees een tijd in zout water te laten liggen; de consumptie van bloed is namelijk strikt verboden. Om deze redenen worden ook eieren voor gebruik geïnspecteerd op geringe bloedresten.

In een kleine, hechte Joodse gemeenschap ergens diep in Oost-Europa leefde een man genaamd Moshe. Moshe was een toegewijde volgeling van de Kasjroet-regels en stond bekend om zijn strikte naleving van de Joodse spijswetten. Hij was een rabbijn en gaf les aan de lokale kinderen over de betekenis van Kasjroet en hoe het hun leven kon verrijken.

De regels van Kasjroet zijn gebaseerd op eeuwenoude tradities en gaan verder dan alleen het bepalen van welk voedsel Joden wel of niet mogen eten. Het is een manier van leven, een verbintenis met het Joodse geloof en de gemeenschap. Kasjroet leert mensen om respectvol om te gaan met de schepping en om dankbaarheid te tonen voor de voorzieningen van God.

Moshe leerde zijn studenten dat Kasjroet voorschrijft dat dieren op een humane en respectvolle manier moeten worden geslacht, met minimale pijn en lijden. Hij benadrukte het belang van het scheiden van zuivel- en vleesgerechten, en hij legde uit dat deze scheiding niet alleen een fysieke handeling was, maar ook een symbolische herinnering aan de noodzaak om compassie en mededogen in het dagelijks leven te tonen.

Op een dag organiseerde de gemeenschap een groot feest ter ere van het oogstseizoen. Er waren overvloedige hoeveelheden eten en drinken beschikbaar, maar Moshe was bezorgd over de naleving van Kasjroet tijdens dit festijn. Hij wilde ervoor zorgen dat de tradities werden gerespecteerd, zelfs te midden van de festiviteiten.

Samen met zijn leerlingen zorgde Moshe ervoor dat al het vlees dat werd geserveerd, volgens de Kasjroet-richtlijnen was geslacht en bereid. Ze inspecteerden de keukens, zorgden ervoor dat er geen ongepaste vermenging van zuivel en vlees was en adviseerden de koks over de juiste procedures. Ze werkten de hele dag en deelden hun kennis en waarden met de gemeenschap.

Tijdens het feest gaf Moshe een toespraak waarin hij de betekenis van Kasjroet benadrukte. Hij legde uit dat het niet slechts een lijst met regels was, maar eerder een manier om heiligheid en respect in het dagelijks leven te brengen. Kasjroet nodigde iedereen uit om bewust te eten, te waarderen wat ze consumeerden en dankbaar te zijn voor de overvloed die God hen schonk.

De gemeenschap luisterde aandachtig en begreep dat Kasjroet veel dieper ging dan alleen voedselvoorschriften. Het was een manier om hun geloof en waarden in hun dagelijks leven tot uitdrukking te brengen. Het feest werd een viering van zowel de oogst als van de gemeenschap en haar verbondenheid met God.

Kasjroet

Naarmate de avond viel en het feest ten einde liep, glimlachte Moshe tevreden. Hij had niet alleen de regels van Kasjroet in stand gehouden, maar hij had ook de harten en geesten van de gemeenschap verrijkt met de diepere betekenis van deze eeuwenoude traditie. Kasjroet was niet langer slechts een reeks regels, maar een manier van leven die de gemeenschap samenbracht en hen dichter bij hun geloof bracht.